Aansluitingen in voedings- en groepenkast tot stand brengen

Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Voordat u de wisselstroomaansluitingen maakt, moet u de wisselstroom installatieautomaat van de hoofdstroomschakelaar UIT zetten en beveiligen tegen herinschakelen.
In elk van de volgende stappen:
  • Strip de uiteinden van de draden, breng draadhulzen aan en steek ze in de overeenkomstige klemmen van de Backup Gateway.
  • Draai de klemmen met een M3-inbusbit vast tot 4 Nm.
  1. Sluit de hoofdgeleiders aan op de voedingsklemmen van de Backup Gateway volgens de tabel op de volgende pagina.
    Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
    Let op!
    Waar aardlekschakelaars (RCD's) of aardlekschakelaars met overstroombeveiliging (RCBO's) op locatieniveau vereist zijn, moet een van de volgende methodes worden gebruikt om het risico te vermijden dat stroomopwaartse RCD's/RCBO's hinderlijk uitschakelen:
    • Verplaats de RCD/RCBO op locatieniveau naar de back-up gatewaybehuizing nadat de contactor van de gateway is geactiveerd
    • Gebruik een Type-S vertraagde RCD/RCBO stroomopwaarts van de Back-up Gateway

      Zie de voor meer informatie.

  2. Sluit de geleiders van de groepenkast aan op de klemmen van de Backup Gateway volgens de tabel op de volgende pagina.
  3. Afhankelijk van het aantal niet-noodstroomcircuits, is mogelijk een niet-noodstroompaneel nodig. Sluit de geleiders (fase(n), nulleider en aardleider) van het niet-noodstroompaneel aan op de niet-noodstroomklemmen van de Backup Gateway.

    Niet-noodstroomcircuits omvatten: Driefasen-PV-omvormers, driefasenbelastingen, grote eenfasebelastingen.

  4. Sluit de geleiders van het niet-noodstroompaneel aan op de niet-noodstroomklemmen van de Backup Gateway volgens de tabel op de volgende pagina. Hier aangesloten circuits krijgen geen stroom als ze van het net worden losgekoppeld. Bij verbinding aan het net worden deze circuits wel nog gemeten door de interne locatie meter zonder dat er extra meetapparatuur nodig is.
Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Het installeren van driefasenapparatuur op het noodstroomcircuit kan leiden tot schade aan de apparatuur. De enige uitzonderingen op deze regel zijn de Tesla Wall Connector of stopcontacten die Tesla Mobile Connectors van voeding voorzien (zie de pagina Voertuig opladen bij stroomonderbreking voor meer informatie). De noodstroomfase van het Powerwall-systeem moet worden aangesloten op L1 van de Wall Connector of Mobile Connector-aansluiting.
Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Zorg er altijd voor dat alle apparatuur spanningsloos en uitgeschakeld is voordat u eraan gaat werken, om het risico van elektrische schokken te voorkomen. Schakel het systeem nooit in zonder een verbinding met de aarde bij de Gateway om gevaar voor een elektrische schok te voorkomen. De spanning op de aardrail en achterplaat kan zweven wanneer deze niet geaard zijn. Bij het uitvoeren van aardlusimpedantietests, dient de Gateway altijd een geschikte aardverbinding te hebbem.
Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Het onjuist aansluiten van stroomgeleiders houdt gevaar voor elektrische schokken of schade aan apparatuur in. Voordat u het systeem onder spanning zet, moet u ervoor zorgen dat alle aansluitingen correct zijn uitgevoerd volgens de instructies in dit document en in overeenstemming met de plaatselijke voorschriften en regelgeving voor elektrische aansluitingen.
Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Let op!
Om IP55-bescherming tegen binnendringing te garanderen, moeten alle kabels die in de kast komen, met passende koppelstukken en/of wartels worden bevestigd.

Raadpleeg Bijlage B: Bedradingsreferentie voor alle eisen en aanbevelingen met betrekking tot elektrische aansluitingen, inclusief draadkleuren en -doorsnedes.

Raadpleeg Bijlage C: Bedradingsschema's van het systeem voor voorbeelden van aansluitschema’s.

Tabel 1. Aansluiting van geleiders voor eenfase (links) en driefase (rechts)
Eenfasig Driefase
Voedingsaansluitingen
Belastingen- en noodstroomaansluitingen
Niet-noodstroomaansluitingen
Klem Maximale kabeldoorsnede Striplengte Aanhaalmoment
Voeding 35 mm2 12,5 mm 4 Nm
Niet-noodstroom 35 mm2 12,5 mm 4 Nm
Huis (noodstroom) 35 mm2 12,5 mm 4 Nm
Nulrail 25 mm2 12,5 mm 4 Nm
Aardrail 25 mm2 12,5 mm 4 Nm